Lies Cosijn was born in Modjokertó, Indonesia on april 25, 1931. She came with her family to the Netherlands in 1946. She visits the Hogere Burger School (HBS). Than she follows between 1951 and 1955 a training at the Institute of Arts and Crafts Education in Amsterdam, department ceramics with the teachers de Vries, Dobbelmann, Valkema and Zimmermann. She choses ceramics because of its association with classical archaeology, where she had developed great interest. Between 1956 and 1962 she is contributor to the Experimental Department of ' De Porceleyne Fles ' in Delft. In August 1957 Lies marries with Herman Meijers (1923-2000). In 1963 she is working independently in her first workshop at the Kloveniersburgwal (above a kiosk annex sexshop) in Amsterdam. Since 1964 Lies Cosijn lives and works in Petten (N.H.). Between 1969 and 1970 she travels with her husband in Jamaica. In her vases, bowls and box shapes she focuses especially om the plastic elements. The engraved lyrics are sometimes taken from Dutch poets. A not yet authenticated communication is that the poet Fritzi ten Harmsen van der Beek, muse of artist Peter Vos and writer Remco Campert, has stood model for the adult woman who frequently is illustrated in the work of Lies.Lies Cosijn builds the stoneware clay by hand, then engraves the decoration with sinter-engobes and fires her work in an electric oven to about 1160 degrees. In her last years, she has made many gouaches. Lies Cosijn passed away in Petten on 23 February 2016. She is considered as one of the major ceramic artist in the period 1965-1990
Images: Youth portrait around 1957 from ' Visual pottery ', Museum Boymans 1957 catalog (photo Theo Dobbelmann); Portrait with cigarette from: Galerie Kapelhuis, Amersfoort, 2003; Portrait ca. 2002; Bowl 'Tangerang ', photo Bea Prince (Coll. Princessehof Leeuwarden); early plastic "De vier Heemskinderen", Coll. Van Achterbergh (source Gaveler's, Auction in 2010); signature of bowl 0681 (private collection); large bowl with incised decoration (source Vendu Rotterdam, auctioned in 2015); broad low bowl (source auction Peerdeman Utrecht).
Work of the artist:
In Dutch: Citaten uit: Martens, Poëzie en Provocatie (2001): "Lies Cosijn is niet in de traditionele opvatting over toegepaste kunst in te passen. Zij maakt beelden in klei, maar daarbij zijn de getekende, gegrifte en geschilderde toevoegingen en detailleringen onmisbaar. Klei geeft de vorm, maar is soms ook alleen de ondergrond voor tekeningen. Cosijn past in geen enkele stijl of stroming." Citaten uit het artikel van Breitbarth: "Lies Cosijn heeft altijd bewust de grenzen opgezocht, om ze te verkennen, te beproeven en eventueel met een list te omzeilen. In haar werk zijn tal van momenten te noemen waar grenzen geslecht worden. Zoals tussen het tweedimensionale karakter van de tekening en het driedimensionale gegeven van de kom. Of wanneer de tekening op een meerkantige doos de ribben ontmoet en dus genoodzaakt is de hoek om te slaan. Ook het creeren van ruimte is een spel met de begrenzing: het kan door letterlijk een gat in de wand van de kom te maken, maar ook door een raampje, deur of gordijn te tekenen en zo een doorkijk te suggereren". "Ik kan nooit mooie dingen maken, ik heb zoveel boosheid in me, ik ben altijd bezig tegen iets".
Lies Cosijn was born in Modjokertó, Indonesia on april 25, 1931. She came with her family to the Netherlands in 1946. She visits the Hogere Burger School (HBS). Than she follows between 1951 and 1955 a training at the Institute of Arts and Crafts Education in Amsterdam, department ceramics with the teachers de Vries, Dobbelmann, Valkema and Zimmermann. She choses ceramics because of its association with classical archaeology, where she had developed great interest. Between 1956 and 1962 she is contributor to the Experimental Department of ' De Porceleyne Fles ' in Delft. In August 1957 Lies marries with Herman Meijers (1923-2000). In 1963 she is working independently in her first workshop at the Kloveniersburgwal (above a kiosk annex sexshop) in Amsterdam. Since 1964 Lies Cosijn lives and works in Petten (N.H.). Between 1969 and 1970 she travels with her husband in Jamaica. In her vases, bowls and box shapes she focuses especially om the plastic elements. The engraved lyrics are sometimes taken from Dutch poets. A not yet authenticated communication is that the poet Fritzi ten Harmsen van der Beek, muse of artist Peter Vos and writer Remco Campert, has stood model for the adult woman who frequently is illustrated in the work of Lies.Lies Cosijn builds the stoneware clay by hand, then engraves the decoration with sinter-engobes and fires her work in an electric oven to about 1160 degrees. In her last years, she has made many gouaches. Lies Cosijn passed away in Petten on 23 February 2016. She is considered as one of the major ceramic artist in the period 1965-1990
Images: Youth portrait around 1957 from ' Visual pottery ', Museum Boymans 1957 catalog (photo Theo Dobbelmann); Portrait with cigarette from: Galerie Kapelhuis, Amersfoort, 2003; Portrait ca. 2002; Bowl 'Tangerang ', photo Bea Prince (Coll. Princessehof Leeuwarden); early plastic "De vier Heemskinderen", Coll. Van Achterbergh (source Gaveler's, Auction in 2010); signature of bowl 0681 (private collection); large bowl with incised decoration (source Vendu Rotterdam, auctioned in 2015); broad low bowl (source auction Peerdeman Utrecht).
In Dutch: Citaten uit: Martens, Poëzie en Provocatie (2001): "Lies Cosijn is niet in de traditionele opvatting over toegepaste kunst in te passen. Zij maakt beelden in klei, maar daarbij zijn de getekende, gegrifte en geschilderde toevoegingen en detailleringen onmisbaar. Klei geeft de vorm, maar is soms ook alleen de ondergrond voor tekeningen. Cosijn past in geen enkele stijl of stroming." Citaten uit het artikel van Breitbarth: "Lies Cosijn heeft altijd bewust de grenzen opgezocht, om ze te verkennen, te beproeven en eventueel met een list te omzeilen. In haar werk zijn tal van momenten te noemen waar grenzen geslecht worden. Zoals tussen het tweedimensionale karakter van de tekening en het driedimensionale gegeven van de kom. Of wanneer de tekening op een meerkantige doos de ribben ontmoet en dus genoodzaakt is de hoek om te slaan. Ook het creeren van ruimte is een spel met de begrenzing: het kan door letterlijk een gat in de wand van de kom te maken, maar ook door een raampje, deur of gordijn te tekenen en zo een doorkijk te suggereren". "Ik kan nooit mooie dingen maken, ik heb zoveel boosheid in me, ik ben altijd bezig tegen iets".
Object(en) van de keramist: