De Indo-Europeaan Laurens Tuynman is geboren op 24 september 1901 in Maros, Celebes (Indonesië). Hij trouwt met Wilhelmina van Wingerden. In 1947 werkt hij in Oudewater (mogelijk hier begonnen als keramist), later in Westbroek. Sinds 1950 heeft Tuynman zijn eigen atelier in Utrecht. Hij is een kleine, tengere man. Hij woont en werkt aan de Abstederdijk 64, 3532 BR Utrecht. Eigenlijk is hij chemisch analist, maar hij heeft vele andere talenten. Zo speelt hij heel verdienstelijk altviool. Als beeldend kunstenaar (zo noemt hij zichzelf) is hij verder autodidact. Hij schildert, tekent (pen), aquarelleert en etst stillevens, landschappen en (zeer gedetailleerde) portretten. Hij lithografeert en is tevens kunstnijveraar en keramist.
Aanvankelijk runt hij een winkeltje of showroom aan één van de Utrechtse grachten. Hij geeft les aan W.C.A.C. Vosmeer en is lid van het Genootschap Kunstliefde te Utrecht. Getuigen verklaren dat de kunstenaar een wereldvreemde man is die als een kluizenaar leeft. Zo heeft hij het raam van zijn huis met papier geblindeerd. En hij stookt zijn kamertje altijd bloedheet. Hij heeft zeer weinig vrienden of relaties. Hij is wars van contacten met musea en galeries. Na zijn oorspronkelijk sterk afwerende houding met sommige ‘ooggetuigen’ is hij toch heel toegankelijk en open geworden. Daarvoor spreken ook zijn activiteiten binnen Genootschap Kunstliefde. Hij is wel een ijdele man, die bijvoorbeeld bang is dat zijn haar gaat uitdunnen. Hij verdiept zich in paranormale zaken, zoals uittreding. Als keramist (aanvankelijk heeft hij nog even bij Mobach gewerkt) maakt hij kleine objecten – hij bezit maar een klein oventje in zijn huiskamer – en is met name een glazuurkeramist. Het draaiwerk doet hij ook in de huiskamer. Elk stuk wordt vele malen, soms wel zeven keer, gebakken met telkens weer een laagje glazuur, dat hij er op penseelt, altijd metallieke glazuren. Zijn glazuren vallen vooral op door hun levendige, genuanceerde kleuren, maar je moet het vooral niet vergelijken met lusterglazuur, want dan wordt hij kwaad. Hoe hij deze bijzondere glazuren ontwikkeld heeft is niet bekend. Hij heeft grote liefde en bewondering voor Chinese en Japanse keramiek, waarmee zijn werk natuurlijk wel enigszins verwant is, maar er is ook duidelijk een Indonesische invloed. Hij wil eigenlijk nooit werk verkopen uit angst dat het naar Amerika zal gaan. Hij wil zijn werk graag op sokkeltjes zien, bijvoorbeeld van zwart hout. In 1941 exposeert Laurens Tuynman bij Kunstzalen d'Audretsch te Den Haag. Hij heeft kinderen, waarmee hij geen zeer hechte relatie onderhoudt. Tuynman heeft ook veel les gegeven. Marianne de Ligny heeft diverse jaren keramische lessen van hem gehad. Zijn invloed is duidelijk in haar gedraaide stukken terug te vinden.
Prachtige werk van hem bevindt zich in het Keramiekmuseum Princessehof te Leeuwarden, in de collectie Frans Schooleman, omgeving Utrecht en in enkele particuliere collecties. Tuynman overlijdt in Utrecht op 17 februari 1982.
Rond 1970 zou Tuynman nog enige tijd gewerkt hebben voor de bekende bloemisterij Bourguignon aan de Witte de Withstraat in Rotterdam (bron: Smit /Mobach). Ons zijn gedateerde kommen bekend uit de jaren 1972 en 1973.
20060718 Ooggetuigenverslag onder grote dank ontvangen van de heer en mevr. P. Stolk-Coops te Delft.
Bibliografie:
Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende kunstenaars 1750-1950.
Houtzager, Dr. M. Elisabeth, Nederlandse Ceramiek 1945-1970, Centraal Museum.
Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
RKD Den Haag - Archief Dick van Luijn.
Bron foto:
Vaas op houten voet: collectie Centraal Museum te Utrecht.
De Indo-Europeaan Laurens Tuynman is geboren op 24 september 1901 in Maros, Celebes (Indonesië). Hij trouwt met Wilhelmina van Wingerden. In 1947 werkt hij in Oudewater (mogelijk hier begonnen als keramist), later in Westbroek. Sinds 1950 heeft Tuynman zijn eigen atelier in Utrecht. Hij is een kleine, tengere man. Hij woont en werkt aan de Abstederdijk 64, 3532 BR Utrecht. Eigenlijk is hij chemisch analist, maar hij heeft vele andere talenten. Zo speelt hij heel verdienstelijk altviool. Als beeldend kunstenaar (zo noemt hij zichzelf) is hij verder autodidact. Hij schildert, tekent (pen), aquarelleert en etst stillevens, landschappen en (zeer gedetailleerde) portretten. Hij lithografeert en is tevens kunstnijveraar en keramist.
Aanvankelijk runt hij een winkeltje of showroom aan één van de Utrechtse grachten. Hij geeft les aan W.C.A.C. Vosmeer en is lid van het Genootschap Kunstliefde te Utrecht. Getuigen verklaren dat de kunstenaar een wereldvreemde man is die als een kluizenaar leeft. Zo heeft hij het raam van zijn huis met papier geblindeerd. En hij stookt zijn kamertje altijd bloedheet. Hij heeft zeer weinig vrienden of relaties. Hij is wars van contacten met musea en galeries. Na zijn oorspronkelijk sterk afwerende houding met sommige ‘ooggetuigen’ is hij toch heel toegankelijk en open geworden. Daarvoor spreken ook zijn activiteiten binnen Genootschap Kunstliefde. Hij is wel een ijdele man, die bijvoorbeeld bang is dat zijn haar gaat uitdunnen. Hij verdiept zich in paranormale zaken, zoals uittreding. Als keramist (aanvankelijk heeft hij nog even bij Mobach gewerkt) maakt hij kleine objecten – hij bezit maar een klein oventje in zijn huiskamer – en is met name een glazuurkeramist. Het draaiwerk doet hij ook in de huiskamer. Elk stuk wordt vele malen, soms wel zeven keer, gebakken met telkens weer een laagje glazuur, dat hij er op penseelt, altijd metallieke glazuren. Zijn glazuren vallen vooral op door hun levendige, genuanceerde kleuren, maar je moet het vooral niet vergelijken met lusterglazuur, want dan wordt hij kwaad. Hoe hij deze bijzondere glazuren ontwikkeld heeft is niet bekend. Hij heeft grote liefde en bewondering voor Chinese en Japanse keramiek, waarmee zijn werk natuurlijk wel enigszins verwant is, maar er is ook duidelijk een Indonesische invloed. Hij wil eigenlijk nooit werk verkopen uit angst dat het naar Amerika zal gaan. Hij wil zijn werk graag op sokkeltjes zien, bijvoorbeeld van zwart hout. In 1941 exposeert Laurens Tuynman bij Kunstzalen d'Audretsch te Den Haag. Hij heeft kinderen, waarmee hij geen zeer hechte relatie onderhoudt. Tuynman heeft ook veel les gegeven. Marianne de Ligny heeft diverse jaren keramische lessen van hem gehad. Zijn invloed is duidelijk in haar gedraaide stukken terug te vinden.
Prachtige werk van hem bevindt zich in het Keramiekmuseum Princessehof te Leeuwarden, in de collectie Frans Schooleman, omgeving Utrecht en in enkele particuliere collecties. Tuynman overlijdt in Utrecht op 17 februari 1982.
Rond 1970 zou Tuynman nog enige tijd gewerkt hebben voor de bekende bloemisterij Bourguignon aan de Witte de Withstraat in Rotterdam (bron: Smit /Mobach). Ons zijn gedateerde kommen bekend uit de jaren 1972 en 1973.
20060718 Ooggetuigenverslag onder grote dank ontvangen van de heer en mevr. P. Stolk-Coops te Delft.
Vaas op houten voet: collectie Centraal Museum te Utrecht.
Object(en) van de keramist: