Pieter Cornelis Köhler (1876-1960) was van ca. 1906-1908 in dienst van Westraven te Utrecht voor het vervaardigen van modern kunstaardewerk dat onder de naam 'Potterij Rembrandt Utrecht' in de handel werd gebracht. De productie werd gestopt in verband met afzetmoeilijkheden. Köhler vertrok naar Nijmegen en richtte met Christoffel Oor (1848-1912) de Potterij 'Rembrandt' op. De productie bestond uit kunstaardewerk, tegels en tegeltableaus. Zowel navolging van 'Oud Delfts' als eigentijds werk, o.a. naar ontwerpen van C.J. van der Hoef. Een zoon van Oor (Theodorus Johannes 1894-1968) was hier als plateelschilder werkzaam. In 1912 werd het bedrijf in een NV omgezet, onder directie van Köhler en P.C. Korteweg. In 1913 verliet Köhler de NV en vestigde zich als zelfstandig pottenbakker, met Theo Oor als schilder. Korteweg, in 1913 tevens tot directeur van Rozenburg benoemd, trachtte dit bedrijf naar Nijmegen te verplaatsen. De fusie ging niet door vanwege de slechte financiële omstandigheden van beide fabrieken, 'Rembrandt' werd in 1916 opgeheven. Köhler richtte in 1920 met F.Th.M. Dekker wederom een vennootschap op onder de naam 'Rembrandt', die slechts twee jaar stand hield. Hij ging echter met de naam 'Rembrandt' door tot 1925. Toen werd de productie onder deze naam bij Zuid-Holland door de nieuwe eigenaar, L.C.M. Enneking, voortgezet. In 1955 nam Zuid-Holland het bedrijf over.
Afbeelding: tegel met streekdracht van Volendamse vissers, 153 x 153 x 19 mm, 1906-1908 (bron Pluis 2008).
Bibliografie:
Singelenberg - van der Meer, M. "Sierkunst" van J.H. de Groot (1883-1951), beschilderd aardewerk. In: MNVVC, nr. 132, 1988/4.
Singelenberg-van der Meer, Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, Lochem 2001.
Pieter Cornelis Köhler (1876-1960) was van ca. 1906-1908 in dienst van Westraven te Utrecht voor het vervaardigen van modern kunstaardewerk dat onder de naam 'Potterij Rembrandt Utrecht' in de handel werd gebracht. De productie werd gestopt in verband met afzetmoeilijkheden. Köhler vertrok naar Nijmegen en richtte met Christoffel Oor (1848-1912) de Potterij 'Rembrandt' op. De productie bestond uit kunstaardewerk, tegels en tegeltableaus. Zowel navolging van 'Oud Delfts' als eigentijds werk, o.a. naar ontwerpen van C.J. van der Hoef. Een zoon van Oor (Theodorus Johannes 1894-1968) was hier als plateelschilder werkzaam. In 1912 werd het bedrijf in een NV omgezet, onder directie van Köhler en P.C. Korteweg. In 1913 verliet Köhler de NV en vestigde zich als zelfstandig pottenbakker, met Theo Oor als schilder. Korteweg, in 1913 tevens tot directeur van Rozenburg benoemd, trachtte dit bedrijf naar Nijmegen te verplaatsen. De fusie ging niet door vanwege de slechte financiële omstandigheden van beide fabrieken, 'Rembrandt' werd in 1916 opgeheven. Köhler richtte in 1920 met F.Th.M. Dekker wederom een vennootschap op onder de naam 'Rembrandt', die slechts twee jaar stand hield. Hij ging echter met de naam 'Rembrandt' door tot 1925. Toen werd de productie onder deze naam bij Zuid-Holland door de nieuwe eigenaar, L.C.M. Enneking, voortgezet. In 1955 nam Zuid-Holland het bedrijf over.
Afbeelding: tegel met streekdracht van Volendamse vissers, 153 x 153 x 19 mm, 1906-1908 (bron Pluis 2008).
Object(en) van het Bedrijf: