In 1993 heeft Jan Oosterman zich al jaren niet meer actief bezig gehouden met het draaien van keramiek. Allerlei vormen en ook platte kleiplaten werden gebruikt als drager om zijn fantasiewereld op te schilderen. Fietsen, stoelen, tenten en vooral ook dreigende zwarte kraaien spelen een belangrijke rol in de thematiek. Bij deze gedraaide of zelfs mogelijk uit kleirollen opgebouwde pot is de onderkant uitgevoerd in bruintonen met horizontale lijnen en één ingekraste lijn, waarschijnlijk ontstaan bij het afdraaien van de voet. De bovenzijde is beschilderd in groen met daaroverheen aangebracht een horizontale band in witte tinglazuur van telkens elkaar overlappende stroken klei. De overlaps zijn contrast gekleurd, daartussen zijn afbeeldingen van dreigende kraaien weergegeven. De binnenzijde is met een witte tinglazuur bedekt. De bovenrand van de pot heeft een matte engobe die aansluit op de bruine onderkant. Aan de onderzijde een geschilderde signatuur Jan O en 93.
In 1993 heeft Jan Oosterman zich al jaren niet meer actief bezig gehouden met het draaien van keramiek. Allerlei vormen en ook platte kleiplaten werden gebruikt als drager om zijn fantasiewereld op te schilderen. Fietsen, stoelen, tenten en vooral ook dreigende zwarte kraaien spelen een belangrijke rol in de thematiek. Bij deze gedraaide of zelfs mogelijk uit kleirollen opgebouwde pot is de onderkant uitgevoerd in bruintonen met horizontale lijnen en één ingekraste lijn, waarschijnlijk ontstaan bij het afdraaien van de voet. De bovenzijde is beschilderd in groen met daaroverheen aangebracht een horizontale band in witte tinglazuur van telkens elkaar overlappende stroken klei. De overlaps zijn contrast gekleurd, daartussen zijn afbeeldingen van dreigende kraaien weergegeven. De binnenzijde is met een witte tinglazuur bedekt. De bovenrand van de pot heeft een matte engobe die aansluit op de bruine onderkant. Aan de onderzijde een geschilderde signatuur Jan O en 93.