Altorf, Johan

Voornaam: 
Johan
Voorletters: 
J.C.
Achternaam: 
Altorf
Geboortejaar: 
1876
Geboorteplaats: 
's-Gravenhage
Geboorteland: 
Nederland
Overlijdensjaar: 
1955
CV: 

Johan Coenraad (‘Jan’) Altorf is geboren op 6 januari 1876 te Den Haag als de zoon van een timmerman. Zijn artisticiteit moet zijn opgevallen wanneer hij in de leer gaat bij een stoelenmaker, die hem wellicht (dier-)ornamenten leert snijden voor meubels. In de avonduren volgt hij lessen bij A.W.M. Odé, August Alexander en Jean Victor Engels aan de Haagse Academie. Na zijn academietijd werkt hij als beeldhouwer in steen, hout, ivoor, keramiek en brons. Samen met Johan Thorn Prikker werkt hij aan de decoratie van de villa De Zeemeeuw, die naar ontwerp van Henry Van de Velde in Scheveningen wordt gebouwd. Door zijn kwaliteiten valt hij al gauw op als jong kunstenaar en H.P. Bremmer, de latere kunstmecenas laat zijn oog op hem vallen. De vriendschap tussen hen beiden levert voor Altorf een enorme stimulans en bekendheid op. Grote verzamelaars als Mevrouw Kröller-Müller en Rotterdamse ‘havenbaronnen’ kopen regelmatig werk van hem. In circa 1912 maakt hij enkele door C.J. Lanooij gebakken beeldjes in porselein en gres. Ook met Willem Coenraad Brouwer vervaardigt hij keramische objecten waarbij Altorf steeds voor de vorm zorgt en Brouwer voor de technische uitvoering. Ook werkt hij samen met architecten zoals H.P. Berlage, Jo Limburg, J. Lourijssen en A.J. Kropholler. Jan Altorf overlijdt op 11 december 1955 te den Haag.

Werk: 

Zijn visie op vorm is opmerkelijk: de onderwerpen worden geanalyseerd in onderdelen die in de opvatting van Altorf het meest kenmerkend zijn voor de uitbeelding van het gegeven. Door de onderdelen dusdanig te selecteren, ze te reduceren en weer samen te brengen bouwt hij voorstellingen die slechts het meest essentiële uitdrukken. Deze strakke vormgeving leent zich ook uitstekend voor decoratief werk in kunstnijverheid. Ofschoon hij veelal gekend wordt als een beeldhouwer die zich concentreert op dierfiguren (vooral apen en vogels) heeft hij ook portretten en zelfs meubels vervaardigd. Hoewel hij deelnam aan de Nederlandse inzendingen aan de internationale tentoonstellingen te Turijn (1902), Brussel (1910) en Parijs (1925), lag zijn hart meer bij een vaderlandse loopbaan. Werken van zijn hand bevinden zich in vele Nederlandse openbare collecties, zoals het Rijksmuseum Amsterdam, het Kröller-Müller Museum, het Drents Museum, het Museum de Fundatie, het Haags Gemeentemuseum, het Museum Boijmans Van Beuningen en vele particuliere collecties waaronder de collectie Meentwijck in Bussum.

Aanvullingen op de tekst onder dank ontvangen van de heer P. Terwen.

Bibliografie: 
  • Singelenberg-van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
  • M. Boot en P. Terwen, De wieg uit Huize de Zeemeeuw terug in den Haag, in, Haags Gemeentemuseum Krant 8 (1996) 1, p. 5.
  • A. Hallema, J.C. Altorf, de beeldhouwer, Elseviers Ge&iuml,llustreerd Maandschrift 28 (1918) dl.55, pp. 77-91. Gedigitaliseerd.
  • P. Terwen, Het ceramische werk van J.C. Altorf en de samenwerking met Chris Lanooij, Vormen uit Vuur 164 (1998), pp. 2-21.
Bron foto: 

Foto aapje: Christie's Amsterdam.