Mobach, Hanna

Voornaam: 
Hanna
Voorletters: 
J.H.
Achternaam: 
Mobach
Geboortejaar: 
1934
Geboorteplaats: 
Utrecht
Geboorteland: 
Nederland
Werkperiode: 
1970 - heden
Overlijdensjaar: 
2024
CV: 

Hanna Mobach is geboren in 1934 te Utrecht. Van 1952 tot 1956 volgt zij de opleiding tekenen en schilderen aan de avondacademie in Utrecht. Van 1953 tot 1958 studeert zij kunstgeschiedenis aan de Universtiteit van Utrecht. Van 1965 tot 1968 doet zij de postgraduale opleiding bij "Ateliers 63" van Wessel Couzijn. Hanna is ontwerper en beeldhouwster in het familiebedrijf Mobach te Utrecht van 1966 tot 1970. Van 1969 tot 1989 is Hanna docent keramische sculptuur aan de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht. 

Hanna Mobach heeft een solotentoonstelling in Museum Waterland in Purmerend in 2003. Aan groepsexposities neemt zij deel: 1971 11e Biennale ‘Sculpture’ Middelheim Antwerp, Belgium; 1975 Museum Het Princessehof Leeuwarden; 1987 Frans Halsmuseum, Haarlem; 1987 Singer Museun Laren; 1994 and 1996 Museum für Angewandte Kunst Gera, Germany; 2004 Museum Beelden aan Zee Scheveningen. 

Hanna is toch vooral zelfstandig keramist en beeldhouwer. Zij woont en werkt in Amsterdam. In 2023 woont zij in Tiel. Op 28 februari 2024 is zij aldaar overleden.

Zie ook: www.hannamobach.nl

Afbeeldingen: Hanna Mobach in het EKWC Den Bosch, 1998; Hanna met haar werk, 2006, foto Ronald van Wieren (bron Maarten Houtman); Hanne, later portret, ca. 2020 (bron shakingzen); object 'Stoel voor Elia', 1973 (bron Maarten Houtman); object 'Rood en zwart', 2003 (bron Maarten Houtman).

Werk: 

Hanna aan het woord: "Mijn grootvader begon in 1895 in Utrecht een pottenbakkerij. Hij werd opgevolgd door vier van zijn zonen, van wie mijn vader de jongste was. Mijn broer en mijn neven volgden en nu wordt het bedrijf geleid door de vijfde generatie. Als telg uit deze familie groeide ik op met liefde voor het ambacht, maar meer nog voor de beeldende kunst in ruime zin. Studie kunstgeschiedenis (R.U. Utrecht) en Avondakademie sloten hier vanzelfsprekend op aan. Het gewicht van de grote kunst uit het verleden bemoeilijkte echter de persoonlijke expressie. Een nieuwe uitdaging vormde Ateliers 63 in Haarlem, waar die dominante achtergrond werd weggevaagd. Behalve de gesprekken met Couzijn en het werk van de andere deelnemers, maakten met andere materialen - schroot, plastic, gips en was - een heel andere vormentaal mogelijk.
In de klei uitte zich dit in het assembleren van vazen gedurende de periode waarin ik voor het bedrijf werkte. Tegelijkertijd introduceerde ik bij de Hogeschool voor de kunsten Utrecht het vak ' keramisch beeldhouwen'. De inbreng van de student stond centraal, maar de klei vereiste een vakkundige aanpak: het hol opbouwen van het beeld, drogen, stoken en glazuren. In latere jaren deden we daarnaast in de zomer grote buitenprojecten aan de Waal of in een kleigroeve in Limburg. Daar was het hele terrein werkmateriaal, een bevrijdende en inspirerende ervaring. Vlak na de Ateliers maakte ik grote werken van keramiek en staal. Zonder het inlevingsvermogen en het technisch vernuft van Mart Joosten van de befaamde bronsgieterij in Soest had ik deze beelden niet kunnen realiseren (de 'ruimtevaarder' en 'Rosemary's baby''). Niettemin blijft klei door de jaren heen mijn belangrijkste materiaal en hoewel ik veel gedaan heb met glazuren, beperk ik me tegenwoordig tot zwart-, rood-, of witbakkende klei. De eenvoud van het materiaal komt de vorm ten goede. Daarom kies ik vaak in plaats van glazuur een kleislib die tijdens het bakproces verglaast. Dan krijgt het beeld een satijnige huid, die doet denken aan de nog vochtige klei".

Bibliografie: 
  • Keramiek, Niederlandische Gegenwartskeramik, Museum fuer angewandte Kunst, Gera, 1994.