Derk Holman is geboren op 14 augustus 1916 te Buitenpost. In de jaren 1934 -1937 bezoekt hij de kunstacademie Minerva in Groningen. Hier schildert en beeldhouwt hij voornamelijk. Derk Holman is een zeer bescheiden, enigszins teruggetrokken mens. Hij leeft en werkt in het Groningse Grootegast (Langeweg 73), dichtbij de grens met Friesland. Derk Holman heeft met zijn gezin altijd van de keramiek geleefd. Hij verkoopt zijn werk vooral via de kunsthandel in het westen van het land en door tussenkomst van een geïnteresseerde bloemist in Groningen. Ook zijn kleinplastiek wordt langs deze wegen verkocht. Derk Holman is overleden te Groningen op 27 februari 1982.
Afbeeldingen: Derk Holman, portret ca. 1985 (bron Hidding 1985); Derk Holman in zijn atelier, ca. 1985 (bron Hidding).
Werk:
Essentieel voor Derk Holman zijn de zuiverheid van vorm en glazuur in zijn werk gecombineerd met een perfecte afwerking. Derk Holman bouwt alle ovens zelf en maakt zijn eigen gereedschap. Zijn laatste oven is een gasoven. Hij stookt zijn keramiek op ca. 1300 graden C., wat een goed hard doorgesinterd product waarborgt dat waterdicht was. Zijn werk is goed in fasen in te delen. Vanaf het begin in 1937 tot eind 1956 heeft hij met turf gestookt. In de turfoven werkt hij veel met bijzondere glazuren, waaronder kristalglazuren. Turf wordt na de oorlog geleidelijk aan schaarser en uitsluitend daarom stapt hij eind 1956 over op olie als brandstof. Het kost hem veel moeite om daarmee de kwaliteit van zijn glazuren te handhaven. Om die reden begint hij zijn werk te decoreren. Eigenlijk voelt hij daar niet zo veel voor en heeft hij het ook niet lang volgehouden, ondanks het zakelijk succes van deze producten. De decoraties worden uitgevoerd in een uitspaartechniek. Van 1970 tot 1982 stookt hij op gas, een overschakeling die hem minder problemen oplevert dan de olie. In deze laatse periode ontwikkelt Holman weer een aantal halfmatte glazuren. De ontwikkeling van de vormen bij Holman loopt door deze drie perioden heen. Hij is in zijn vroege periode vooral gefascineerd door het glazuur, de vormen zijn soms nog wat zwaar. In de jaren vijftig experimenteert hij met diabolo en trechtervormen, enigzins verwant aan wat andere pottenbakkers in die tijd doen. In zijn latere werk, wanneer de gasoven geen problemen meer geeft met de glazuren, komt hij tot zeer zuivere, klassieke vormen. Monumentale plastiek maakt hij in opdracht, in keramiek of in kunstharssteen.
Bibliografie:
Houtzager, Dr. M. Elisabeth, Nederlandse Ceramiek 1945-1970, Centraal Museum, 1970.
Hidding, A.H. - Derk Holman (1916-1982) in: Bijlage bij Nieuws van het Princessehof, 1985.
Bestandscatalogus Nederlandse na-oorloge keramiek, RBK 1995.
Singelenberg-Van der Meer, M., Nederlandse keramiek- en glasmerken 1880-1940, 2001.
Derk Holman is geboren op 14 augustus 1916 te Buitenpost. In de jaren 1934 -1937 bezoekt hij de kunstacademie Minerva in Groningen. Hier schildert en beeldhouwt hij voornamelijk. Derk Holman is een zeer bescheiden, enigszins teruggetrokken mens. Hij leeft en werkt in het Groningse Grootegast (Langeweg 73), dichtbij de grens met Friesland. Derk Holman heeft met zijn gezin altijd van de keramiek geleefd. Hij verkoopt zijn werk vooral via de kunsthandel in het westen van het land en door tussenkomst van een geïnteresseerde bloemist in Groningen. Ook zijn kleinplastiek wordt langs deze wegen verkocht. Derk Holman is overleden te Groningen op 27 februari 1982.
Afbeeldingen: Derk Holman, portret ca. 1985 (bron Hidding 1985); Derk Holman in zijn atelier, ca. 1985 (bron Hidding).
Essentieel voor Derk Holman zijn de zuiverheid van vorm en glazuur in zijn werk gecombineerd met een perfecte afwerking. Derk Holman bouwt alle ovens zelf en maakt zijn eigen gereedschap. Zijn laatste oven is een gasoven. Hij stookt zijn keramiek op ca. 1300 graden C., wat een goed hard doorgesinterd product waarborgt dat waterdicht was. Zijn werk is goed in fasen in te delen. Vanaf het begin in 1937 tot eind 1956 heeft hij met turf gestookt. In de turfoven werkt hij veel met bijzondere glazuren, waaronder kristalglazuren. Turf wordt na de oorlog geleidelijk aan schaarser en uitsluitend daarom stapt hij eind 1956 over op olie als brandstof. Het kost hem veel moeite om daarmee de kwaliteit van zijn glazuren te handhaven. Om die reden begint hij zijn werk te decoreren. Eigenlijk voelt hij daar niet zo veel voor en heeft hij het ook niet lang volgehouden, ondanks het zakelijk succes van deze producten. De decoraties worden uitgevoerd in een uitspaartechniek. Van 1970 tot 1982 stookt hij op gas, een overschakeling die hem minder problemen oplevert dan de olie. In deze laatse periode ontwikkelt Holman weer een aantal halfmatte glazuren. De ontwikkeling van de vormen bij Holman loopt door deze drie perioden heen. Hij is in zijn vroege periode vooral gefascineerd door het glazuur, de vormen zijn soms nog wat zwaar. In de jaren vijftig experimenteert hij met diabolo en trechtervormen, enigzins verwant aan wat andere pottenbakkers in die tijd doen. In zijn latere werk, wanneer de gasoven geen problemen meer geeft met de glazuren, komt hij tot zeer zuivere, klassieke vormen. Monumentale plastiek maakt hij in opdracht, in keramiek of in kunstharssteen.
Object(en) van de keramist: