Cornelia Johanna (Cora) Vermeulen is geboren op 30 oktober 1914 te Leiden. Zij volgt de H.B.S. waar haar tekentalenten ontdekt worden. Om financiële redenen kan zij niet naar de Kunstnijverheidsschool, ze volgt een verpleegsters opleiding. Zij studeert ook pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. In 1934 trouwt zij met de joodse leraar Jacques Herman Aa. Zij wonen en werken in Hoorn tot 1936, daarna in Amsterdam. In 1944 wordt Jacques Aa afgevoerd naar Buchenwald, waarvan hij nooit meer terug zou keren. Cora blijft achter met drie jonge kinderen. In 1954 volgt zij in late roeping twee jaar de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam. Door de zorg voor haar kinderen moet zij - van 1956-1959 - overschakelen op een avondcursus (tekenen, boetseren, beeldhouwen en glazuren) aan de Rijksacademie in Amsterdam. Zij volgt lessen bij onder meer dr. Theo Dobbelmann. Aan het einde van de jaren vijftig treedt zij naar buiten met haar werk. In 1962 en 1963 geeft zij in Amsterdam zelf cursussen in keramiek. Zij heeft contacten met de beeldhouwer Wertheim, die haar stimuleert. Op 12 juli 1963 emigreert zij met haar jongste dochter naar Israël. Zij is tekenares, boetseerster, beeldhouwster. Zij signeert met Cora Aa voluit.
Werk:
Cora Aa-Vermeulen maakt veelal ongeglazuurde plastieken, vaak met het thema moeder en kind - en vanaf 1959 ook keramische wandkleden in basreliëf (tegeltableaus) met betoverende kleuren. De thema’s zijn bijbelse voorstellingen en Joodse feesten. Werkwijze: in de natte klei wordt de bedoelde voorstelling voorgevormd, doch waar het interieur van de oven betrekkelijk klein is en de tegel er dus niet in zijn geheel in gebakken kan worden, wordt deze, net als bij gebrandschilderde ramen, in onregelmatige segmenten (sectiel) verdeeld. Het segment dat aan de beurt is om gebakken te worden, wordt van verschillende glazuren voorzien. Na het bakken worden de segmenten aan elkaar gekit en gedroogd. Een keramisch wandkleed met titel: grootvader en kleinzoon, bevindt zich in het Nederlands Tegelmuseum, Otterlo.
Bibliografie:
Scheen, P. Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, onder: Vermeulen, C.J.
Artikel in Trouw, 20 oktober 1961
Artikel in het Nieuw Israëlisch Weekblad, 1 juni 1962
Bron foto:
Foto's: portret (helaas slechte kwaliteit) uit Trouw van 20 oktober 1961. De twee tegels - Moeder en Kind en Bijbels tafereel, Exodus 23.V.19 - zijn foto's uit het archief van het Nederlands Tegelmuseum, Otterlo, waarvoor dank!
Cornelia Johanna (Cora) Vermeulen is geboren op 30 oktober 1914 te Leiden. Zij volgt de H.B.S. waar haar tekentalenten ontdekt worden. Om financiële redenen kan zij niet naar de Kunstnijverheidsschool, ze volgt een verpleegsters opleiding. Zij studeert ook pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. In 1934 trouwt zij met de joodse leraar Jacques Herman Aa. Zij wonen en werken in Hoorn tot 1936, daarna in Amsterdam. In 1944 wordt Jacques Aa afgevoerd naar Buchenwald, waarvan hij nooit meer terug zou keren. Cora blijft achter met drie jonge kinderen. In 1954 volgt zij in late roeping twee jaar de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam. Door de zorg voor haar kinderen moet zij - van 1956-1959 - overschakelen op een avondcursus (tekenen, boetseren, beeldhouwen en glazuren) aan de Rijksacademie in Amsterdam. Zij volgt lessen bij onder meer dr. Theo Dobbelmann. Aan het einde van de jaren vijftig treedt zij naar buiten met haar werk. In 1962 en 1963 geeft zij in Amsterdam zelf cursussen in keramiek. Zij heeft contacten met de beeldhouwer Wertheim, die haar stimuleert. Op 12 juli 1963 emigreert zij met haar jongste dochter naar Israël. Zij is tekenares, boetseerster, beeldhouwster. Zij signeert met Cora Aa voluit.
Cora Aa-Vermeulen maakt veelal ongeglazuurde plastieken, vaak met het thema moeder en kind - en vanaf 1959 ook keramische wandkleden in basreliëf (tegeltableaus) met betoverende kleuren. De thema’s zijn bijbelse voorstellingen en Joodse feesten. Werkwijze: in de natte klei wordt de bedoelde voorstelling voorgevormd, doch waar het interieur van de oven betrekkelijk klein is en de tegel er dus niet in zijn geheel in gebakken kan worden, wordt deze, net als bij gebrandschilderde ramen, in onregelmatige segmenten (sectiel) verdeeld. Het segment dat aan de beurt is om gebakken te worden, wordt van verschillende glazuren voorzien. Na het bakken worden de segmenten aan elkaar gekit en gedroogd. Een keramisch wandkleed met titel: grootvader en kleinzoon, bevindt zich in het Nederlands Tegelmuseum, Otterlo.
Foto's: portret (helaas slechte kwaliteit) uit Trouw van 20 oktober 1961. De twee tegels - Moeder en Kind en Bijbels tafereel, Exodus 23.V.19 - zijn foto's uit het archief van het Nederlands Tegelmuseum, Otterlo, waarvoor dank!